Van wie is HIJ toch?

zaterdag 15 november 2014

Het was vrijdag middag. Kwart over drie. Blij liep ik de school uit. WEEKEND!!!!! Ik had weer een dag met de moeilijkste toets ever overleefd! En toen zag ik HEM staan. Daar stond HIJ. Leunend tegen mijn fiets. Tegen mijn fiets. Hoe haalde HIJ het in zijn hoofd. Lichtelijk geïrriteerd probeerde ik mijn fiets te pakken en fietste naar huis. Ik vergat het, en week ging voorbij zonder HEM te zien. Ofwel, zonder last van HEM te hebben.




Toen was het weer vrijdag. De vrijdag voor de herfstvakantie nog wel. Zo'n middag waarop het enige wat je nog wil is snel naar huis toe fietsen op de bank neer ploffen en met een dekentje en met een mega beker met warme chocolade melk de rest van de middag door brengen. Zo'n middag was het dus. Moe liep ik naar mijn fiets. Waar was dat stomme ding toch. Ik wist zeker dat ik hem ergens in de buurt van die lelijk roze met geel geverfde fiets (Wie wil dat nou?) stond. Maar ik zag mijn fiets niet. Na drie keer heen en weer gelopen te zijn door de fietsen stalling zag ik dat hij omgevallen was. Niet door de wind. Niet door dat iemand er tegen aan gereden was. Niet omdat ik hem verkeerde had neer gezet had. Nee, HIJ was er weer. Ik begon aan HEM te trekken en probeerde ondertussen ook mijn fiets er onderuit te halen én niet om te vallen, door het gewicht van mijn tas dat aan mijn schouder hing. Dat laatste lukte aardig, maar mijn fiets kreeg ik maar niet onder HEM vandaan. Gelukkig hielp een klasgenootje mij en kon ik, na mijn beklag bij haar gedaan te hebben, rustig naar huis fietsen om als nog mijn middagje op de bank te gebruiken.

Maar daar bleef het niet bij. Na een heerlijke vakantie kwam ik weer op school. Een week geen last gehad. Totdat het weer vrijdag was. De week voor de toetsweek deze keer. Ik liep met een über zware boeken tas (ongeveer alle boeken die ik voor de toetsweek nodig had zaten er in) naar mijn fiets. En weer was HIJ er. Weer. Ik had het kunnen verwachten, het was weer vrijdag. Nonchalant leunend stond HIJ tegen mijn fiets. Ik vroeg mij af wat dat toch was, iedere keer weer op vrijdag. Dus ik pakte mijn fiets weer onder hem vandaan, en ging weer, ernstig geïrriteerd deze keer, naar huis.

En nu. Deze week was HIJ er weer. Half tussen de spaken van mijn zielige fietsje deze keer. Bijna onmogelijk om mijn fiets te kunnen pakken. Toen ik mijn fiets ein-de-lijk te pakken had. Waardoor, HIJ deze keer op de grond terecht gekomen was, kon ik naar huis....

Wie deed dat toch steeds.....
Wie heeft het op vrijdagen toch steeds op mij gemunt.....
Van wie is HIJ toch.....
Wie spuit zijn HEM nou half paars en half groen, zodat het er uit ziet alsof HIJ naar het bos geweest is, en daarna maar half schoongemaakt is.....
Wie plak er nou een gebroken hartje op de achterkant van HEM.......
Wie doet dat toch.....?
Wie laat HEM toch steeds, iedere week weer, tegen mijn fiets aan leunen......


Stomme  fiets.....

3 opmerkingen:

  1. Arme HEM :(

    Al zou ik een paars-groene fiets toch echt HAAR betiteld hebben (A)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een raar verhaal! Of, het verhaal is niet raar, dat geval met HIJ is wel erg raar... Wel heel leuk geschreven!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Best raar dat HIJ elke keer weer naast jouw fiets moet staan. Best wel grappig omschreven een paarse fiets die maar half schoongemaakt is na een bosrit, haha.

    BeantwoordenVerwijderen

Super leuk dat je een reactie achter laat! ♥